20 FEB (klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 1 hebben de test van 20-02-2025 zo ingevuld:
(Marc helpt Aleid elke dag met de test.) Marc ........ Aleid with the test every day.
will help helps was helped is helping
Je gebruikt de tegenwoordige tijd onder andere voor feiten, gewoonten of dingen die regelmatig gebeuren.
is helping = is (nu) aan het helpen was helped = werd geholpen will help = zal helpen
Zie ook de pagina tegenwoordige tijd.
(De boer heeft tweeduizend schapen.) The farmer has 2,000 ........ .
sheep sheep's sheepies sheeps
Het woord "sheep" is een uitzondering en blijft onveranderd in het meervoud.
Zie ook de pagina sheep, women.
(De jongen was bang dat er monsters verstopt zaten onder zijn bed.) The boy was afraid there were monsters hiding ........ his bed.
before aboard over under
'Under' (betekenis: onder) is een voorzetsel van plaats.
Zie ook de pagina in, at, on.
(Hij woont in een heel rustig dorp.) He lives in a very ........ village.
quite quit quiet quits
quiet = stil/stilte/rustig quite = nogal quit = stoppen quits = gelijkstaan (We are quits now: we staan quitte.)
Zie ook de pagina quite, quiet, quit.