|
|
26540 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
|||
Op deze pagina:
Verleden tijd / Verleden tijd in duurvorm
In het plaatje hieronder zie je twee soorten verleden tijd:
Deze twee soorten verleden tijd worden hierna uitgebreid behandeld.
Verleden tijd
Gebruik
Je gebruikt de verleden tijd om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen. Vaak staat er een tijdsbepaling in de zin die aangeeft dat iets afgelopen is, zoals yesterday, a week ago, last month, in 2004.
Je gebruikt in het Engels de verleden tijd ook om aan te geven dat iets urgent is:
Vorm
In de meeste gevallen maak je de verleden tijd door simpelweg -ed achter het werkwoord te zetten. In sommige gevallen is er een extra verbindingsletter, zoals bij travel - travelled (Brits Engels).
I |
travelled by bus this morning. |
You |
travelled by bus this morning. |
He, she, it |
travelled by bus this morning. |
We |
travelled by bus this morning. |
You |
travelled by bus this morning. |
They |
travelled by bus this morning. |
Een aantal werkwoorden is onregelmatig. Deze werkwoorden hebben een eigen vorm van de verleden tijd. Klik hier om de lijst met onregelmatige werkwoorden te bekijken.
Vakterm
De Engelse vakterm voor deze tijd is "past simple".
Verleden tijd in duurvorm
Gebruik
Je gebruikt de duurvorm (of ing-vorm) vorm om aan te geven dat iets op een bepaald moment een tijdje aan de gang was.
Je gebruikt deze vorm vaak samen met de 'gewone' verleden tijd in één zin om aan te geven dat iets gebeurde (verleden tijd) toen er al iets anders aan de gang was (verleden tijd in duurvorm):
Vorm
Je maakt de verleden tijd in duurvorm met was / were + werkwoord + ing.
De duurvorm of ing-vorm wordt uitgebreid beschreven op de pagina tegenwoordige tijd.
Vakterm
De Engelse vakterm voor deze tijd is "past continuous".
Voltooid verleden tijd
Gebruik
Je gebruikt de voltooid verleden tijd om aan te geven dat iets langer geleden gebeurde dan iets anders. Daarom komt deze tijd vaak samen voor in één zin met de verleden tijd.
Je gebruikt de voltooid verleden tijd ook na "if only" of "wish", om aan te geven dat iets niet echt gebeurd is, maar wel had kunnen gebeuren:
Vorm
Je maakt de voltooid verleden tijd met had + voltooid deelwoord. Voor het vormen van het voltooid deelwoord, zie de uitleg op de pagina Tegenwoordige tijd.
Vakterm
De Engelse vakterm voor deze tijd is "past perfect".
Voltooid verleden tijd in duurvorm
Gebruik
Je gebruikt de duurvorm (of ing-vorm) om aan te geven dat iets in het verleden al een tijdje aan de gang was voordat er iets anders gebeurde. Daarom komt deze vorm vaak samen voor in één zin met de onvoltooid verleden tijd.
Je kunt met deze tijd goed benadrukken dat jij vindt dat iets al lang aan de gang is.
Vorm
Je maakt de voltooid verleden tijd in duurvorm met had been + werkwoord + ing.
Zie ook de uitleg op de pagina Tegenwoordige tijd.
Vakterm
De Engelse vakterm voor deze tijd is "past perfect continuous".
© 2012 - NU Beter Engels is een initiatief van Martin van Toll Producties in samenwerking met Noordhoff |