I told him that I ........ my keys.
Je gebruikt de voltooid verleden tijd (had + voltooid deelwoord) om aan te geven dat iets voltooid is ten opzichte van iets anders. Deze vorm komt daarom vaak samen voor met de verleden tijd. Meestal staat een van de volgende woorden in de zin: "after", "before", "as soon as" of "when".
In het Nederlands kun je het zo ook uitdrukken: Ik vertelde hem dat ik mijn sleutels WAS kwijtgeraakt.
Zie ook de pagina
verleden tijd.