Je gebruikt de verleden tijd om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen.
Vaak staat er dan een tijdsbepaling in de zin die aangeeft dat iets is afgelopen, zoals 'last year'.
Het werkwoord 'to make' is onregelmatig. De verleden tijd is 'made' en het voltooid deelwoord 'has made'.
Zie ook de pagina verleden tijd.

Je gebruikt 'lend' wanneer jij degene bent die iets uitleent aan een ander. Je gebruikt 'borrow' als jij degene bent die iets leent van een ander.
Zie ook de pagina lend, borrow.

Je schrijft 'efficient' in plaats van 'efficiant'.
(De Britse voormalige wetenschappelijke hoofdadviseur heeft gepleit voor de vergroening van de infrastructuur van het Verenigd Koninkrijk, en een efficiënter gebruik van de middelen.)

'Adviser' is goed gespeld. Je mag ook 'advisor' (met o) schrijven.
Zie ook de pagina accessible.

Bijvoorbeeld: it's very difficult for them to be assimilated into mainstream society.

assist = helpen
stimulate = aanwakkeren
manoeuvre = manoeuvreren
Zie ook de pagina Links.