14 MEI (klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 2 hebben de test van 14-05-2025 zo ingevuld:
The train ........ at every station this morning.
stopping stop stopped
Je gebruikt de verleden tijd (-ed achter het werkwoord) om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen. Vaak staat er dan een tijdsbepaling in de zin die aangeeft dat iets is afgelopen, zoals "yesterday, a week ago, last month" etc.
Zie ook de pagina verleden tijd.
The ........ (ossen) are working in the fields.
oxen ox's oxes
Het woord "ox" heeft een onregelmatig meervoud: "oxen".
Zie ook de pagina sheep, women.
I want to return the pair of jeans I bought yesterday, but I'm afraid I've lost the ........ .
recipe receipt recceit recite
receipt = bonnetje (spreek uit: resiet, klemtoon op de laatste lettergreep) recipe = recept (spreek uit: ressepie, klemtoon op de eerste lettergreep) recite = reciteren, voordragen, opnoemen (spreek uit: risaait, klemtoon op de laatste lettergreep)
'Recceit' is geen goed Engels woord.
Zie ook de pagina accessible.
I always forget ........ way to go.
which witch with
"Which" betekent welke, in dit geval dus: ik vergeet altijd welke kant ik op moet. "Witch" betekent heks en "with" betekent met.
Zie ook de pagina with, which, witch.