21 JAN (klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 1 hebben de test van 21-01-2025 zo ingevuld:
(Shirley is van plan om docente te worden.) Shirley ........ be a teacher.
'm going to
'll going to is going to
are going to
Om te zeggen dat iemand iets in de toekomst van plan is, gebruik je am/is/are (of de verkorte vorm) + going to + werkwoord.
Zie ook de pagina toekomende tijd.
(Mijn broer is veel beter in wiskunde dan ik.) My brother is much ........ at maths than I am.
gooder
beter better
more good
Het bijvoeglijk naamwoord "good" is onregelmatig: de vergrotende trap is "better" en de overtreffende trap is "best".
Zie ook de pagina good - better - best.
Het woord 'nice' (leuk) rijmt op:
dish
fish rice
kiss
Hoewel alle woorden gespeld worden met een 'i', spreek je alleen nice en rice ongeveer zo uit als de Nederlandse 'ai'. De overige woorden spreek je uit als 'i' zoals in 'kip'.
Zie ook de pagina heard, beard, heart.
(Spreekwoord: uiteindelijk komt alles toch nog goed.) All's well that ........ well.
finishes
stops
stays ends
In het Nederlands is het spreekwoord: eind goed, al goed.
Zie ook de pagina cats and dogs.