Je gebruikt de voltooid verleden tijd (had + voltooid deelwoord) om aan te geven dat iets voltooid is ten opzichte van iets anders. Deze vorm komt daarom vaak samen voor met de verleden tijd. Meestal staat een van de volgende woorden in de zin: "after", "before", "as soon as" of "when".
In het Nederlands kun je het zo ook uitdrukken: Nadat ik een parkeerplek HAD gevonden, at ik mijn boterham.
Zie ook de pagina verleden tijd.

'Much' gebruik je bij zaken die je niet kunt tellen (much food), vaak in vragende en ontkennende zinnen.
Bij zaken die je wel kunt tellen gebruik je 'many' (many books).
'A lot of' en 'lots of' gebruik je bij zaken die je wel of niet kunt tellen.
Zie ook de pagina many, much, little, few.

consignor = verzender
receptacle = container

recipient = iemand die iets krijgt, bijvoorbeeld een beloning
receiver = iemand die, of apparaat dat iets ontvangt. Ook: (luistergedeelte van een) telefoonhoorn.

reciepient is geen goed woord.
Zie ook de pagina Links.

De juiste spelling van het woord is 'preliminary' (inleidend).
Zie ook de pagina accessible.