Je gebruikt de verleden tijd en de voltooid verleden tijd om aan te geven dat iets gebeurde (verleden tijd) terwijl er al iets anders gebeurd was (voltooid verleden tijd).
Zie ook de pagina verleden tijd.

'Many' en 'much' betekenen allebei 'veel'.
'Many' gebruik je bij zelfstandige naamwoorden die je kunt tellen, 'much' gebruik je bij zelfstandige naamwoorden die je niet kunt tellen.

'A few' en 'a little' betekenen allebei weinig.
'(A) few' gebruik je bij zelfstandige naamwoorden die je kunt tellen en '(a) little' gebruik je bij zelfstandige naamwoorden die je niet kunt tellen.

'Geld' is een niet-telbaar zelfstandig naamwoord. Je zegt niet: één geld, twee gelden.
Zie ook de pagina many, much, little, few.

Het is hier verleden tijd. De verleden tijd van 'to bend' is 'bent'.
(Citaat uit 'Lamb to the slaughter', een verhaal van Roald Dahl: "Het dalen van haar hoofd toen ze zich over haar naaiwerk boog was merkwaardig rustig.")

Zie ook de pagina see - saw - seen.

reify (uitgesproken als 'rie-je-faai' of 'ree-je-faai' met de klemtoon op de eerste lettergreep) = concretiseren.
Voorbeeld: The postmodern world has reified the worst aspects of capitalism.

justify = rechtvaardigen
racy = (seksueel) pikant: 'racy pictures'
rife = wijdverbreid, schering en inslag: 'The town is rife with corruption.'
Zie ook de pagina Links.