Je gebruikt de tegenwoordige tijd in duurvorm ("to be" gevolgd door een werkwoord + -ing) voor iets dat nu aan de gang is of wat iemand nu aan het doen is.
Zie ook de pagina tegenwoordige tijd.

Na to look (er uitzien als) gebruik je een bijvoeglijk naamwoord en geen bijwoord.
Zie ook de pagina silent - silently.

'In' (betekenis: in) is een voorzetsel van plaats. De tieners bevinden zich letterlijk in het water (een soort ruimte), niet bij (by), op (on) of boven (over) het water.

Je ziet hier dat in het Engels "the rest" ook meervoud kan zijn.

(De energiekere tieners zwemmen in het zwembad, terwijl de rest ligt te zonnen.)
Zie ook de pagina in, at, on.

ondeelbaar = indivisible
slordig = sloppy
onophoudelijk = incessant(ly), ceaseless(ly)
Zie ook de pagina Links.