19 FEB (klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 2 hebben de test van 19-02-2025 zo ingevuld:
John ........ in London for five years, but he left in 2005.
has lived had been lived lived has been living
Je gebruikt de verleden tijd om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen. Vaak staat er dan een tijdsbepaling in de zin die aangeeft dat iets is afgelopen, zoals "yesterday, a week ago, last month" etc. In dit geval geef je dus aan dat John ooit in Londen heeft gewoond, maar nu niet meer.
Zie ook de pagina verleden tijd.
I love ........ .
watch watches watche's
Woorden zoals "watch" die eindigen op een sisklank krijgen in het meervoud -es in plaats van -s.
Zie ook de pagina banks, houses.
Jill's brother ........ broke an old Chinese vase.
acidentaly acidentally accidentally accidently
De juiste spelling van het woord 'per ongeluk' is 'accidentally'.
Zie ook de pagina accessible.
Are you going to be ........ tonight?
they're their there
"They're" is een samenvoeging van "they are", "their" is een bezittelijk voornaamwoord en betekent "hun". "There" betekent daar, wat in dit geval dus past: zul je daar zijn vanavond?
Zie ook de pagina their, there, they're.