If she had passed her exam, she ........ applied for a job.
De zin bestaat uit twee delen: een hoofdzin en een bijzin die met 'if' begint. Een bijzin die met 'if' begint, geeft een voorwaarde aan.
Als de bijzin in de voltooid verleden tijd staat en in de hoofdzin 'would' staat, gaat het over iets wat gebeurd zou zijn als er (in het verleden) aan een bepaalde voorwaarde was voldaan. Maar er was niet aan die voorwaarde voldaan. Vandaar de voltooid verleden tijd, (past perfect): 'had passed'.
(Als ze haar tentamen had gehaald, zou ze gesolliciteerd hebben naar een baan.)
Zie ook de pagina
hulpwerkwoord.