23 JAN (klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 1 hebben de test van 23-01-2025 zo ingevuld:
(Frank gaat elke week naar de bioscoop.) Frank ........ to the cinema every week.
goes
go's
is going
went
Je gebruikt de tegenwoordige tijd onder andere voor feiten of gewoonten. Bij het werkwoord 'go' komt er bij he/she/it -es achter het werkwoord.
Zie ook de pagina tegenwoordige tijd.
Het woord "book" heeft een regelmatig meervoud. Er komt dus een -s achter het enkelvoud. Je gebruikt in het Engels nooit -'s in het meervoud.
Zie ook de pagina banks, houses.
(In de hoek van de schuur stond een grasmaaier.) ........ the corner of the shed stood a lawn mower.
At
On In
'In' (betekenis: in) is een voorzetsel van plaats. in the corner = in de hoek at the corner = op de hoek
Zie ook de pagina in, at, on.
(Zet de emmer op z'n juiste plaats.) Please put the bucket in ........ proper place.
its'
it its
it's
"Its" is een bezittelijk voornaamwoord en "it's" is een samenvoeging van "it is" (het is) of "it has", (het heeft). In dit geval gaat het om bezit: de plek van de emmer.
Zie ook de pagina it's, its.