Je gebruikt de tegenwoordige tijd om aan te geven dat iets een gewoonte is.
Zie ook de pagina tegenwoordige tijd.

'Elder' en 'older' betekenen allebei ouder. 'Elder' kun je gebruiken als bijvoeglijk naamwoord voor een zelfstandig naamwoord, vooral bij familieleden, bijv.: he is my elder brother (hij is mijn oudere broer).
Maar nu er geen zelfstandig naamwoord achter staat, is "older" de enige mogelijkheid.
Zie ook de pagina good - better - best.

De 'ea' in break spreek je net zo uit als de 'a' in fake. De uitspraak lijkt op de Nederlandse 'ee' van 'meester'. De overige woorden spreek je ongeveer zo uit als de Nederlandse 'ie' in fiets.
Zie ook de pagina heard, beard, heart.

Dit spreekwoord kun je vertalen met: Spreken is zilver, zwijgen is goud.

silent = stil (bijvoeglijk naamwoord)
silence = stilte (zelfstandig naamwoord)
Zie ook de pagina cats and dogs.