He knew the answer to the question because he ........ really hard for this test.
(Hij wist het antwoord op de vraag, omdat hij hard gestudeerd had voor deze test.)
Je gebruikt de voltooid verleden tijd (had + voltooid deelwoord) om aan te geven dat iets langer geleden gebeurde dan iets anders, terwijl de gevolgen van het eerste (het studeren) invloed hebben op het latere (hij wist het antwoord).
Deze vorm komt daarom vaak samen voor met de verleden tijd. Vaak staat een van de volgende woorden in de zin: "after", "before", "as soon as" of "when".
Het antwoord "has been studying" (voltooid tegenwoordige tijd) kan niet in combinatie met "knew" (verleden tijd). Je zou wel "had been studying" (voltooid verleden tijd) kunnen zeggen, maar dan ligt de nadruk erg op de bezigheid van het studeren.
Zie ook de pagina
verleden tijd.