De zin bestaat uit twee delen: een hoofdzin en een bijzin die met 'when' begint.
'When' gebruik je als vaststaat dat iets zal gebeuren. Het is in dit geval zeker dat de spreker het diploma behaalt.

De when-zin staat meestal in de tegenwoordige tijd (I have obtained), als over de toekomst gesproken wordt.
De toekomende tijd zie je in het andere deel van de zin (I will become).

I might become = ik word misschien
I would become = ik zou worden (verleden tijd, bijvoorbeeld: zodra ik mijn diploma had)
I am = ik ben
Zie ook de pagina toekomende tijd.

'To keep up' (betekenis: in stand houden van) is een vaste combinatie.
Zie ook de pagina look after.

all but = bijna (je kunt ook 'almost' gebruiken)

utterly = volkomen
scarcely = nauwelijks/amper
in fact = eigenlijk

'All but' heeft nog een andere betekenis: 'alles/iedereen behalve iets/iemand'. Voorbeeld: 'all but two of the plates were damaged' betekent dat slechts twee van de borden niet beschadigd waren.
Zie ook de pagina stick in the mud.

Hackles zijn nekharen of nekveren, o.a. in de uitdrukking "making someone's hackles rise" (iemand boos maken). Een hackle kan ook een (vlas)hekel zijn.

hack = hacken (computer kraken)
stutter, stammer = stotteren, hakkelen
hackney, coach = koets
Zie ook de pagina Links.