MOB-versie | Naar grote versie
A gentleman of the cloth.
- Iemand die een kerkelijk ambt bekleedt.
A golden handshake.
- Een gouden handdruk.
A landslide victory.
- Een overwinning met grote meerderheid aan stemmen.
A lucky break.
- Een meevaller.
A melting pot of cultures.
- Een smeltkroes van culturen.
A real loose cannon.
- Een ongeleid projectiel.
A red herring.
- Afleidingsmanoeuvre.
All but ... (+ telwoord of zelfstandig naamword)
- Alles behalve iets / iedereen behalve iemand
(all but two of his friends = iedereen, op twee vrienden na)
(all but the last year = altijd, op het laatste jaar na)
(all but ambulances = alle voertuigen behalve ambulances)
All but ... (+ werkwoordsvorm of geen zelfstandig naamwoord)
- Bijna ...
(it's all but finished = het is bijna afgelopen)
(he all but confirmed = hij bevestigde bijna)
(all but synonymous with = bijna synoniem aan)
As far as I am concerned ...
- Wat mij betreft ...
As long as.
- Zo lang als.
Best thing since sliced bread.
- Een fantastische uitvinding.
Bow and scrape.
- Voor iemand door het stof kruipen.
Break a leg.
- toitoitoi, succes.
Burn one's bridges.
- Zijn schepen achter zich verbranden.
Bright eyed and bushy tailed
- Opgewekt en levendig
Broken home.
- Ontwricht gezin.
Cheap as chips.
- Spotgoedkoop.
Cheek by jowl.
- Als pieren in een potje / Als sardientjes in een blikje.
Close, but no cigar.
- Bijna, maar toch net niet.
Daft as a brush.
- Gek als een deur.
Dear John letter.
- Brief met een (liefdes)afwijzing.
Donkey's years.
- Heel lange tijd.
Duck or grouse.
- Pas op uw hoofd (letterlijk: buk of mopper).
Eager beaver.
- Iemand die heel ijverig is.
For the life of me.
- Al sla je me dood.
For pity's sake.
- in 's hemelsnaam.
He has become a laughing stock.
- Hij wordt niet serieus genomen.
He has a (real) bee in his bonnet (about something).
- Niet uitgepraat raken (over iets).
He has egg on his face
- Hij is voor schut gezet.
He is keen as mustard.
- Hij is enorm enthousiast.
He knows every jot and tittle (ook: every lick and tittle).
- Hij weet alles tot in het kleinste detail.
Healthy as a horse.
- Zo gezond als een vis.
He looks like death warmed up.
- Hij ziet er heel ziek uit.
He's driving me round the bend.
- Hij maakt mij helemaal gestoord.
I'm a bit out of sorts.
- Ik ben een beetje van de leg.
I'm running on empty.
- Ik ga door, maar heb eigenlijk geen energie meer.
In every nook and cranny.
- In alle hoeken en gaten.
It costs a pretty penny.
- Het is duur.
It knocks your socks off.
- Hiervan ben je stomverbaasd.
It suits him down to the ground.
- Het komt hem uitstekend van pas.
Living off the fat of the land.
- Leven in luxe.
Living on borrowed time.
- Tegen de verwachting in nog in leven zijn. (letterlijk of figuurlijk)
Mad as a hatter.
- Stapelgek.
My trouble and strife (slang-uitdrukking).
- Mijn vrouw.
New kid on the block.
- Een groentje.
Not a dicky bird.
- Geen woord.
Off (from) the beaten track (path).
- Buiten de gebaande paden.
Off your rocker.
- Stapelgek.
Once in a blue moon.
- Zelden.
Peace and quiet.
- Rust.
Safe and sound.
- Veilig.
Shaggy-dog story
- Lang kletsverhaal.
She's putting on airs.
- Ze doet zich beter voor dan ze is.
She's so pretty, she's out of my league.
- Ze is te mooi voor mij.
Sleepy hollow chair.
- Stoel waar je lekker in wegzakt.
There is no room to swing/sling a cat.
- Deze ruimte is erg klein.
This was the fly in the ointment.
- Dit bedierf de feestvreugde.
Things run amok.
- Het loopt uit de hand.
This food is piping hot.
- Dit gerecht is gloeiend heet.
This is a real basket case.
- Hier is weinig aan te doen.
This is not rocket science.
- Dit is niet lastig te begrijpen.
This issue is on the back burner.
- Deze zaak staat op een laag pitje.
To be up the spout.
- Zwanger zijn.
To go bad.
- Bedorven raken.
To hit the books.
- Hard studeren.
To kick the bucket.
- Het afleggen, het hoekje omgaan.
To kick (something) into the long grass.
- Hopen dat het onderwerp vergeten wordt.
To leave no stone unturned.
- Grondig onderzoeken.
To live the life of Riley.
- Een luizenleventje leiden.
To make headway.
- Vooruitgang boeken.
To nip something in the bud.
- Iets in de kiem smoren.
To play hooky.
- Spijbelen.
To play second fiddle.
- De tweede viool spelen.
To pull (throw/take) a sickie.
- Een baaldag nemen.
To pull someone's leg.
- Een grapje met iemand uithalen.
To put the pedal to the metal
- Plankgas geven.
To put your foot down.
- Je hakken in het zand zetten.
To rack your brain.
- Je hersens pijnigen.
To ride pillion.
- Meerijden achter op een motor.
To stick in the mud.
- Conservatief zijn. / Saai en ouderwets zijn.
To whet your appetite.
- Je eetlust opwekken.
You could have knocked me over with a feather.
- Ik was met stomheid geslagen.
You're a caution!
- Jij bent me er een!