Met voegwoorden verbind je twee zinnen en geef je het verband ertussen aan.

Let op: in het Engels verandert de woordvolgorde na toevoeging van het voegwoord niet, waar dit in het Nederlands wel zo is. Er zijn verschillende voegwoorden in het Engels. Hieronder vind je een aantal veelgebruikte voegwoorden.

because, as, for, since

Met because, as, for en since geef je een reden of oorzaak aan.

• She won the music contest because/as/for/since she was the best.
  (Ze won de muziekwedstrijd omdat ze de beste was.)

and

Met and geef je een opsomming aan.

• Lady Gaga and David Guetta are my favourite artists.
  (Lady Gaga en David Guetta zijn mijn favoriete artiesten.)

or

Met or geef je een keuze aan.

• Do you want to eat rice or pasta tonight?
  (Wil je rijst of pasta eten vanavond?)

so, so that

Met so en so that geef je een gevolg aan.

• I’ve saved some money so (that) I can buy a ticket.
  (Ik heb geld gespaard zodat ik een kaartje kan kopen.)

but, though, although, even though, however

Met but (maar), though (hoewel, alhoewel), although (hoewel, alhoewel), even though (ondanks dat) en however (echter) geef je een tegenstelling aan.

• I see your point, but/though/although/even though/however I don’t agree with you.
  (Ik begrijp wat je bedoelt, maar ik ben het niet met je eens.)