MOB-versie | Naar grote versie
Je kunt op verschillende manieren vragen maken in het Engels.
Zinnen met werkwoord to be of met hulpwerkwoord
Vragen met to be en hulpwerkwoorden (zoals can / may /should) maak je door het hulpwerkwoord vooraan in de zin te zetten:
Zinnen met andere werkwoorden
Voor de overige werkwoorden begin je vragen met een vorm van het woord "do". Dit woord wordt ook wel de "dummy-do" genoemd omdat het een woordje is dat op zichzelf niks betekent maar de mogelijkheid biedt om een zin een andere functie te geven (zoals, in dit geval, van een zin een vraagzin maken):
Bij he / she /it gebruik je niet do maar does.
Het werkwoord verliest de s omdat de s nu al in does staat!
Zinnen met have
Als je een zin met have vragend maakt, begin je de zin met do of does:
Zinnen met have got
Als je een zin met have got vragend maakt, zet je "have" of "has" vooraan:
WH-vragen
Als je in het Engels "wat/welke/waar/wanneer/waarom/hoe/wie" wil vragen, doe je dat als volgt:
What was she reading? |
Wat…? |
Which did you prefer, maths or PE? |
Wat (Welke)…? |
Where would he have lunch? |
Waar…? |
When did you see them? |
Wanneer…? |
Why were you late for school? |
Waarom…? |
How could you do this? |
Hoe…? |
Who was that man? |
Wie…? |
Aangeplakte vragen
Als je wilt weten of iemand er net zo over denkt als jij, kun je een korte vraag achter een gewone zin plakken. In het Nederlands zeg je dan "toch?" of "nietwaar?".
Als de zin bevestigend is, is de aangeplakte vraag ontkennend:
Na een zin met "I am" zou je verwachten: "am I not" of "amn't I". Deze laatste vorm wordt in Schots en Iers dialect wel gebruikt, maar Standaardengels is "aren't I".
Als de zin ontkennend is, is de aangeplakte vraag bevestigend:
Als er in de zin een vorm staat van to be (am / are / is) of een hulpwerkwoord (zoals have / can / should / may / will), herhaal je die vorm in de aangeplakte vraag:
In alle andere gevallen gebruik je de "dummy-do":