Je gebruikt de tegenwoordige tijd in duurvorm ("to be" gevolgd door een werkwoord + -ing) voor iets dat nu aan de gang is of wat iemand nu aan het doen is.
Zie ook de pagina tegenwoordige tijd.

Na vormen van 'to be' gebruik je geen bijwoord maar een bijvoeglijk naamwoord.
'Poor' slaat op 'his sight'.

Er zijn wel uitzonderingen, bijvoorbeeld:
My mother is in hospital; she is rather poorly.
Maar dan heeft 'poorly' een andere betekenis dan gewoon 'poor'.
Zie ook de pagina silent - silently.

'Ashamed of' (betekenis: zich schamend voor) is een vaste combinatie.
Zie ook de pagina look after.

forge = smederij / vervalsen
forger = smid / vervalser

farrier / blacksmith = hoefsmid
force = dwingen / kracht
forget = vergeten
memory = herinnering
Zie ook de pagina Links.