MOB-versie | Naar grote versie
Bijvoeglijke naamwoorden
Een bijvoeglijk naamwoord beschrijft iets of iemand. Het zegt iets over het zelfstandig naamwoord, een woord waar je vaak 'de', 'het' of 'een' voor kunt zetten:
Er kunnen ook twee bijvoeglijke naamwoorden achter elkaar staan, die dan allebei betrekking hebben op het zelfstandige naamwoord erachter. Net als in het Nederlands komt er dan een komma tussen beide bijvoeglijke naamwoorden op de plaats waar je ook "and" had kunnen zeggen.
Bijvoorbeeld:
Bijwoorden
Een bijwoord kan een aantal andere woorden beschrijven. Het kan bijvoorbeeld iets zeggen over de manier waarop iets gebeurt:
Meestal maak je een bijwoord door 'ly' toe te voegen aan het bijvoeglijk naamwoord:
Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op 'ic', voeg je 'ally' toe:
Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een y, verandert de y in een i:
Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op 'le'. verandert de e in een y:
Wanneer geen bijwoord?
Bij de werkwoorden to be (zijn), get (worden), grow (worden), seem (lijken), feel (voelen als), look (er uitzien), smell (rieken, geuren), sound (klinken), taste (smaken), turn (worden), become (worden) wordt een bijvoeglijk naamwoord gebruikt en geen bijwoord:
De genoemde werkwoorden beschrijven in deze betekenissen steeds een eigenschap van de hoofdpersoon (het onderwerp). Daarom gebruik je een bijvoeglijk naamwoord en geen bijwoord. Het bijvoeglijk naamwoord zegt namelijk in deze gevallen iets over het onderwerp, niet over de manier waarop bijvoorbeeld geroken of gevoeld wordt.
Maar sommige van de genoemde werkwoorden kunnen ook een handeling betekenen en dan gebruik je wél een bijwoord. Bijvoorbeeld:
Bijwoorden kunnen ook iets zeggen over een bijvoeglijk naamwoord:
Bijwoorden kunnen ook iets zeggen over een ander bijwoord:
Onregelmatige bijwoorden
Je maakt de meeste bijwoorden door -ly achter het bijvoeglijk naamwoord te zetten.
Er zijn ook onregelmatige bijwoorden.
Bijvoeglijk naamwoord |
Bijwoord |
good |
well |
Daarnaast hebben de volgende bijwoorden dezelfde vorm als het bijvoeglijk naamwoord:
Bijvoeglijk naamwoord |
Bijwoord |
deep |
deep (of deeply) |
fast |
fast |
fair (eerlijk) |
fair (of fairly) |
low |
low |
hard |
hard |
high |
high (of highly) |
late |
late |
long |
long |
loud |
loud (of loudly) |
right |
right (of rightly) |
straight |
straight |
wrong |
wrong (of wrongly) |
Sommige van bovenstaande uitzonderingen bestaan als bijwoord zowel met als zonder -ly:
Bij poor/poorly heeft het bijwoord een andere lading of betekenis dan het bijvoeglijk naamwoord:
Fairly, quite of rather
Fairly, quite en rather beteken allemaal "nogal", "behoorlijk", maar fairly is zwakker dan rather. Quite zit er een beetje tussenin.
Vergrotende en overtreffende trap
Als een regelmatig bijwoord gebruikt wordt in de vergrotende of overtreffende trap, gebruik je more en most en blijft de uitgang "ly" bestaan: