De voltooid tegenwoordige tijd ("have" of "has" + voltooid deelwoord) zegt altijd iets over het verleden en nu. Je gebruikt deze vorm onder andere om aan te geven dat iets in het verleden begonnen is en nu nog aan de gang is.
Zie ook de pagina tegenwoordige tijd.

"Behind" is een voorzetsel van plaats en betekent "achter".
Zie ook de pagina in, at, on.

"Sleep" is een onregelmatig werkwoord. De verleden tijd van het werkwoord is "slept".
Zie ook de pagina see - saw - seen.

insure = verzekeren (tegen brand bijvoorbeeld)
assure = verzekeren (ik verzeker je ...)
assure/ensure = verzekeren (ik verzeker mij ervan ...)
assert = verzekeren (overtuigen, zeker weten): The company asserts that the cuts will not affect development.

sour = zuur, verzuren
revolutionary = revolutionair
accuse = beschuldigen
Zie ook de pagina Links.