23 SEP (klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 1 hebben de test van 23-09-2024 zo ingevuld:
(Barbara werkt drie dagen per week.) Barbara ........ three days a week.
works
is working
work's
work
In de tegenwoordige tijd komt er bij "he/she/it" een -s achter het werkwoord. Work + -s = works. Je gebruikt de tegenwoordige tijd onder andere voor feiten en gewoonten.
Zie ook de pagina tegenwoordige tijd.
(Hun baas is extreem rijk.) ........ boss is extremely rich.
Theire
There
They're Their
There = er, daar They're = they are Their = hun (bezittelijk voornaamwoord)
Zie ook de pagina their, there, they're.
(Toen ik financiƫle problemen had, wendde ik me tot mijn broer.) When I had financial problems, I turned ........ my brother.
to
at
on
until
to turn to = zich wenden tot
Zie ook de pagina look after.
(We zitten vast! Weet jij hoe je een band verwisselt?) We're stuck! Do you know how to change a ........ ?
tair tyre
tear
tier
tyre (in VS: tire) = (auto)band
tier = (bouw)laag tear = traan
Zie ook de pagina accessible.