werkwoorden | be, have, do

Sommige Engelse onregelmatige werkwoorden verdienen wat meer aandacht omdat ze vaak worden gebruikt. Dit zijn de werkwoorden to be, to have en to do.
 

 

to be (zijn)

 

Tegenwoordige tijd

In de rechterkolom zie je de verkorte vorm.

I	am		I'm
You	are		You're
He, she, it	is		He's *
We	are		We're
You	are		You're
They	are		They're

 

* He's kan ook "he has" betekenen.

  

Verleden tijd

I	was
You	were
He, she, it	was
We	were
You	were
They	were

 

Bijzonder geval: na "if" komt altijd were i.p.v. was, bij alle personen in de verleden tijd:

• If I were a rich man...
  (Als ik rijk was...)
   
• I would be happy if she were in time.
  (Ik zou blij zijn als ze op tijd was.)

 

Voltooid deelwoord

I	have been
You	have been
He, she, it	has been
We	have been
You	have been
They	have been

 

 

 

to have (hebben)

 

Tegenwoordige tijd

In de rechterkolom zie je de verkorte vorm.

I	have		I've
You	have		You've
He, she, it	has		He's *
We	have		We've
You	have		You've
They	have		They've

 

* He's kan ook "he is" betekenen

 

Verleden tijd

I	had
You	had
He, she, it	had
We	had
You	had
They	had

 

Voltooid deelwoord

I	have had
You	have had
He, she, it	has had
We	have had
You	have had
They	have had

 

 

to do (doen)

 

Tegenwoordige tijd

I	do
You	do
He, she, it	does
We	do
You	do
They	do

 

Verleden tijd

I	did
You	did
He, she, it	did
We	did
You	did
They	did

 

Voltooid deelwoord

I	have done
You	have done
He, she, it	has done
We	have done
You	have done
They	have done