29 MEI (klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 3 hebben de test van 29-05-2025 zo ingevuld:
(Toen ik aankwam, was Ann net vertrokken.) When I arrived, Ann ........ .
had just left just left was just leaving had just been leaving
Je gebruikt de voltooid verleden tijd (had + voltooid deelwoord) om aan te geven dat iets voltooid is ten opzichte van iets anders. Deze vorm komt daarom vaak samen voor met de verleden tijd. Meestal staat een van de volgende woorden in de zin: "after", "before", "as soon as" of "when".
Zie ook de pagina verleden tijd.
We saw the cat sleeping in ........ basket.
its it's it
its = van hem/haar (bezittelijk) It's betekent it is/it has.
Zie ook de pagina it's, its.
Een Engels woord voor 'kenmerk' is ........ .
feature feat future brand