24 OKT (klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 1 hebben de test van 24-10-2024 zo ingevuld:
(John sneed vorige week in zijn vinger.) John ........ his finger last week.
cutted
has cut cut
is cutting
Je gebruikt de verleden tijd om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen. Vaak staat er dan een tijdsbepaling in de zin die aangeeft dat iets is afgelopen, zoals "yesterday, a week ago, last month" etc. 'Cut' is bovendien een onregelmatig werkwoord en blijft 'cut' in de verleden tijd. In combinatie met zo'n tijdsbepaling is "has cut" fout in het Engels.
Zie ook de pagina verleden tijd.
(Ik vind je schoenen geweldig! Waar heb je ze gekocht?) I love your ........ ! Where did you buy them?
shoe's shoes
shoese
shoe
Het woord "shoe" heeft een regelmatig meervoud. Er komt dus een -s achter het enkelvoud. Let op: je gebruikt in het Engels nooit -'s in het meervoud!
Zie ook de pagina banks, houses.
(Ik vond twintig dollar voor de boekwinkel.) I found twenty dollars ........ the bookshop.
at front by in front of
at front of
in front at
'In front of' (betekenis: voor) is een voorzetsel van plaats.
Zie ook de pagina in, at, on.
(Hij moet zelf beslissen of hij wil komen.) It's up to him ........ or not he wants to come.
wheather
weather
wether whether
'Whether' is hier het juiste antwoord: het betekent 'of'.
Zie ook de pagina weather, whether.