10 OKT (klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 1 hebben de test van 10-10-2024 zo ingevuld:
(Ben je Nederlands? Ja.) Are you Dutch? Yes, ........ .
I do I am
I are
Het is in het Engels niet beleefd om alleen maar met "yes" of "no" te antwoorden. Daarom worden vaak korte zinnen als antwoord gebruikt. Je haalt hierbij het eerste werkwoord uit de vraag.
Zie ook de pagina antwoord.
(Taylor heeft veel vrienden.) Taylor has a lot of ........ .
friend's
friendes friends
friend
Het woord "friend" heeft een regelmatig meervoud. Er komt dus een -s achter het enkelvoud. Let op: je gebruikt in het Engels nooit -'s in het meervoud!
Zie ook de pagina banks, houses.
(De menigte zwaaide met ontelbare vlaggen in de lucht.) The crowd was waving countless flags ........ the air.
in
outside
across
up
'In' (betekenis: in) is een voorzetsel van plaats.
Zie ook de pagina in, at, on.
(Jij bent mijn beste vriend.) ........ my best friend.
You're
Your'e
Yours
Your
your = jouw yours = de jouwe you're = you are
Zie ook de pagina your, you're.