23 OKT (klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 1 hebben de test van 23-10-2025 zo ingevuld:
(John sneed vorige week in zijn vinger.) John ........ his finger last week.
cut is cutting has cut cutted
Je gebruikt de verleden tijd om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen. Vaak staat er dan een tijdsbepaling in de zin die aangeeft dat iets is afgelopen, zoals "yesterday, a week ago, last month" etc. 'Cut' is bovendien een onregelmatig werkwoord en blijft 'cut' in de verleden tijd. In combinatie met zo'n tijdsbepaling is "has cut" fout in het Engels.
Zie ook de pagina verleden tijd.
(Konijnen zijn dol op wortels.) Rabbits are fond of ........ .
carrots carrottes carrot carrot's
Het woord "carrot" heeft een regelmatig meervoud. Er komt dus een -s achter het enkelvoud. Let op: je gebruikt in het Engels nooit -'s in het meervoud!
Zie ook de pagina banks, houses.
(Ik heb thee op mijn broek gemorst.) I have spilled some tea ........ my trousers.
until on in to
'On' (betekenis: op) is een voorzetsel van plaats. 'On' wordt altijd gebruikt als er sprake is van een oppervlak (in dit geval de broek) waar iets mee gebeurt.
Zie ook de pagina in, at, on.
(Ze hebben goede koopjes in deze winkel.) ........ are some good bargains in this shop.
They're Their There
There = er, daar, They're is they are en Their is hun (bezittelijk voornaamwoord).
Zie ook de pagina their, there, they're.