Je gebruikt de verleden tijd om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen. Vaak staat er dan een tijdsbepaling in de zin die aangeeft dat iets is afgelopen, zoals "yesterday, a week ago, last month" etc.
Zie ook de pagina verleden tijd.

'Any' en samengestelde vormen gebruik je in vragende en ontkennende zinnen, 'some' gebruik je o.a. in bevestigende zinnen.
Zie ook de pagina some, any.

to play hooky = spijbelen (ook: to play hookey)
In de 19e eeuw was hooky (vooral in Amerika) een term voor iets van onbekende afkomst.

In Brits-Engels:
to play truant = spijbelen
a truant = een spijbelaar

Informeel Brits Engels:
to skive = spijbelen, zich drukken
a skiver = een spijbelaar
Zie ook de pagina stick in the mud.

raise = inzamelen
surround = omsingelen
straighten = in orde brengen

 

Het werkwoord 'arouse' heeft meer betekenissen, zoals interesse of argwaan wekken (arouse curiosity, arouse suspicions) en soms ook seksueel opwinden.

Zie ook de pagina Links.